Wat zijn Metaprogramma's?

Metaprogramma's zijn onderliggende, onbewuste patronen die ons waarnemen, denken en voelen sturen. Deze patronen manifesteren zich in ons gedrag en zijn vooral opmerkelijk in de manier waarop we consistent reageren in vergelijkbare situaties. Ze zijn stress- en context gebonden en werken niet absoluut, maar op een glijdende schaal. Door ons bewust te worden van deze metaprogramma's, krijgen we inzicht in onze reacties en kunnen we onze communicatie effectiever sturen.

Waar kun je ze voor gebruiken?

Metaprogramma’s zijn waardevol op verschillende niveaus. Ze dragen bij aan de verfijning van onze rapporten en zijn daardoor bruikbaar bij de ontwikkeling van het team, je eigen loopbaan, enzovoort. Ze helpen je niet alleen jezelf beter te begrijpen, maar ook begrip te creëren voor anderen, wat leidt tot een aanzienlijke verbetering van communicatieve vaardigheden en het opbouwen van betere relaties. Bovendien verbetert het modelleringsproces met behulp van metaprogramma’s.

Daarnaast ondersteunen metaprogramma’s bij het herkennen van patronen, wat kan leiden tot betere voorspelbaarheid in verschillende situaties. Door inzicht in de metaprogramma’s kun je uiteindelijk je competenties bewust en effectiever inzetten.

Metaprogramma’s helpen ook bij het scherper in kaart brengen van problemen en doelen, waardoor je helderheid en precisie krijgt bij het identificeren van uitdagingen. Ze bieden een solide basis voor succesvolle interventies en doeltreffende oplossingen, waardoor je je doelgerichtheid kunt versterken en effectiever kunt werken met een heldere focus.

Criteria

Onze innerlijke maatstaf, dat wat belangrijk voor ons is, uitgedrukt in sleutelwoorden en sleutelzinnen. Dit metaprogramma is actief bij het waarnemen en motiveren, evenals bij opereren en evalueren/beslissen, en het brengt een verhoogd energieniveau met zich mee.

“Pro-actief” en “Re-actief”

"Pro-actief" kenmerkt zich door het nemen van initiatief, actie ondernemen, direct handelen en er meteen voor gaan. De energie is voelbaar in de spieren, en het draait om ervoor zorgen dat dingen gebeuren, actief zijn zonder vooraf uitgebreid te 'be'denken. Pro-actieve individuen doen zonder lang te aarzelen.

Bij "Re-actief" ligt de focus op denken en reflecteren. De energie bevindt zich in het hoofd. Deze mensen nemen de tijd om te begrijpen en zich voor te bereiden. Ze wachten op de dingen die gebeuren, laten anderen handelen en zijn geneigd tot denken zonder meteen tot actie over te gaan.

“Naartoe” en “weg van”

Individuen met de instelling “naartoe” willen actief iets bereiken, stellen prioriteiten en hebben de wilskracht om hun doelen te realiseren. Hun denkwijze is gericht op wat ze willen insluiten, maar ze kunnen moeite hebben met het volledig onderkennen van problemen in hun streven naar vooruitgang. In tegenstelling hiermee staat het metaprogramma "Weg van". Mensen met deze instelling zijn gericht op het vermijden van fouten en problemen. Ze plaatsen hun focus op wat ze willen uitsluiten en hebben minder oog voor het doel op zich. Het vermijden van negatieve aspecten staat centraal, wat kan resulteren in moeite met het stellen van prioriteiten en het actief nastreven van specifieke doelen.

“Interne referentie” en “externe referentie”

Bij "Interne referentie" staan eigen criteria centraal. Individuen met deze voorkeur nemen beslissingen op basis van hun innerlijke standaard. Ze zijn open voor informatie maar nemen autonoom beslissingen, evalueren kwaliteit aan de hand van hun eigen bevindingen en kunnen moeite hebben met het accepteren van de mening en richting van anderen.

Het tegenovergestelde is "Externe referentie". Hierbij worden de criteria van anderen als externe standaard gebruikt. Individuen met deze voorkeur hebben behoefte aan input van anderen om richting te bepalen, vertrouwen op andermans bevindingen voor kwaliteit en zoeken bevestiging van buitenaf. Ze interpreteren informatie vaak als richting of besluit en kunnen moeite hebben met het nemen van autonome beslissingen.

“Opties” en “Procedures”

“Opties”, er is een constante focus op het zien van andere mogelijkheden, doelstellingen, manieren, wegen en kansen. Individuen met deze voorkeur zijn gemotiveerd om alternatieven te ontwikkelen, hechten belang aan het waarom en de reden voor hun keuzes. Ze zijn bedreven in het ontwikkelen en bijstellen van procedures, en kunnen goed meerdere taken tegelijkertijd aanpakken. Echter, ze kunnen moeite hebben met het volgen van procedures en het afronden van taken.

“Procedures”. Individuen met deze voorkeur werken volgens een stappenplan, zijn gemotiveerd om de procedure te volgen en excelleren hierin. Ze maken af wat ze beginnen en doen dingen één voor één. Hun focus ligt op het hoe, een stappenplan, en het vertellen in volgorde. Ze geven chronologische overzichten van activiteiten en kunnen moeite hebben met improviseren en het ontwikkelen van nieuwe procedures.

“Voldoet wel” en “Voldoet niet”

Individuen met deze voorkeur merken op wat er is en zoeken naar aansluiting op criteria. Het sleutelwoord hier is “gelijk”. Ze vragen zich af wat en hoe het past bij wat als 'goed' wordt beschouwd, met aandacht voor het gemeenschappelijke.

Mensen die meer voorkeur hebben voor “voldoet niet” (sleutelwoord ‘ongelijk’) merken op wat er niet is, wat niet past, wat mist en zoeken naar verschillen in criteria. Ze letten op wat fout is en hebben aandacht voor de afwijkingen.

“Controle binnen zelf” en “Controle buiten zelf”

Bij "Controle binnen zelf" ligt de nadruk op de interne focus met betrekking tot oorzaken. Individuen met deze voorkeur geloven in controleerbaarheid en hebben een mentaliteit van 'maakt dingen gebeuren!' Ze erkennen hun eigen aandeel in situaties. Het "Controle buiten zelf" richt zich op een externe focus met betrekking tot oorzaken. Hier gelooft men in oncontroleerbaarheid en heeft een houding van 'overkomt van alles'. Er wordt meer gesproken over toeval, waarbij gebeurtenissen als meer extern worden gezien.

Dynamiek:

Handhaving

Individuen met de voorkeur voor "Handhaving" hebben als sleutelwoord stabiliteit. Ze streven ernaar dat hun eigen wereld gelijk blijft en zijn gericht op het handhaven van de huidige situatie. Met een veranderklok die tussen de 15-25 jaar ligt, kunnen ze langdurig standaarden garanderen. Er bestaat vaak aanzienlijke weerstand tegen verandering bij mensen met deze metaprogramma-voorkeur.

Ontwikkeling

Ze streven ernaar dat hun eigen wereld zich ontwikkelt. Met een veranderklok van 5-7 jaar kunnen ze verandering aan, maar alleen als deze als ontwikkeling wordt ervaren. Abrupte veranderingen kunnen echter voor hen uitdagend zijn.

Verandering

Diversiteit is het sleutelwoord. Ze willen dat hun eigen wereld wordt gekenmerkt door verandering en houden van grote veranderingen. Met een veranderklok van 1-2 jaar neigen ze ernaar verandering te forceren ten gunste van ontwikkeling. Routine kan voor hen weerstand oproepen.

“Globaal” en “Specifiek”

Globaal:

Ze houden van hoge abstracties en denken op de lange termijn. Informatie begrijpen ze in 'big chunks', en ze hebben een ruime focus. Echter, veel details kunnen hen uitdagen.

Specifiek:

Aan de andere kant richten degenen met een specifieke oriëntatie zich op de details. Ze zijn bezig met 'small chunks', kleine stukjes informatie, en hebben behoefte aan specifieke instructies met lage abstracties. Ze zijn goed in taken die van nature specifiek zijn, maar hebben moeite met het creëren van overzicht.

Werkwijze:

Concept:

Voor degenen die gericht zijn op het concept, draait het allemaal om principes en essenties. Ze stellen de 'waarom'-vraag en hebben het concept als focus in hun denken.

Structuur:

Mensen met een structuuroriëntatie aandacht voor samenhang, elementen en relaties. Ze stellen 'wat-' en 'waar-'vragen, houden van ordelijkheid, en de samenhang is de focus in hun denken.

Gebruik:

Voor diegenen die zich richten op gebruik, draait het om toepassing en daadwerkelijk gebruik. Ze stellen de 'hoe'-vraag en hebben actie en doen als focus in hun denken.

Stijl:

Samen:

Voor hen die gericht zijn op samenwerking, is het verlangen om samen te werken sterk aanwezig. Ze delen graag verantwoordelijkheden, gedijen als teamspelers, maar vinden het lastig om zelfstandig te werken en beslissingen te nemen.

Nabijheid:

Mensen met een focus op nabijheid hechten waarde aan hun afgebakende territorium en willen hun eigen verantwoordelijkheden hebben. Ze voelen zich prettig als er anderen om hen heen zijn, maar hebben moeite met het delen van verantwoordelijkheid en ervaren soms weerstand tegen autoriteit.

Alleen:

Voor degenen die de voorkeur geven aan alleen werken, gedijt de focus op volledige zelfstandigheid. Ze willen alleen de verantwoordelijkheid dragen, kunnen zich langdurig concentreren en hebben de neiging om niet veel te communiceren, tenzij het taakgerelateerd is. Samenwerken met anderen kan voor hen een uitdaging zijn.

Tijdsoriëntatie:

Verleden:

Personen met aandacht voor het verleden ligt de focus op wat was. Ze bekijken het heden door de bril van het verleden, hebben weinig contact met de toekomst en genieten van het terugblikken.

Heden:

Mensen met aandacht voor het heden richten zich op wat er op dit moment gebeurt. Ze zijn bezig met wat zich hier en nu aandient, hebben weinig contact met zowel het verleden als de toekomst, en genieten van het huidige moment.

Toekomst:

Voor degenen met aandacht voor de toekomst staat de focus op wat zal zijn. De toekomst regeert hun heden, maar ze kunnen moeite hebben met het hebben van zicht op zowel het heden als het verleden. Ze verheugen zich op wat komen gaat.

Waarnemingsfocus:

Zien

Voor degenen die beslissen via visuele representatie is het motto "eerst zien, dan geloven". Ze gebruiken visuele hulpmiddelen om besluitvormingsprocessen te versnellen en hechten veel waarde aan wat ze met hun eigen ogen waarnemen.

Horen

Beslissers op basis van auditieve representatie vertrouwen op hun gehoor. Hoe iets klinkt in termen van toonhoogte, volume en snelheid is essentieel voor hun overtuiging. Ze gaan af op wat ze horen voordat ze een besluit nemen.

Doen/voelen

Voor degenen die beslissen via kinesthetische representatie is het doen essentieel voor het nemen van beslissingen. Ze baseren hun besluiten op ervaring en vinden het belangrijk om iets te voelen voordat ze overtuigd raken.

Lezen

Beslissers op basis van lezen en taal-representatie bepalen de logica, redelijkheid of zinvolheid van hun beslissingen door middel van auditieve zelfspraak. Feiten, gegevens en redenen spelen een cruciale rol bij het overtuigen van deze groep mensen.

Beslissingsbasis:

Leidend

Mensen die leidend zijn, stellen duidelijke regels voor zichzelf en anderen op. Ze zijn bereid deze regels helder te communiceren en kunnen moeite hebben met het accepteren dat anderen de dingen anders doen dan volgens hun regels.

Zelfregulerend

Zelfregulerende individuen beperken regelgeving tot zichzelf. Ze accepteren dat anderen hun eigen regels hebben en vinden het niet vanzelfsprekend om hun regels uitgebreid te communiceren. Ze kunnen zowel moeite hebben met het geven als het volgen van leiding.

Volgend

Volgende personen stellen geen regels voor zichzelf op en volgen de regels van anderen. Ze kunnen vanuit deze gegeven regels leiding geven, maar lopen vast als er geen duidelijke regels van anderen zijn.

Gerichtheid:

Zelf

Individuen die zichzelf centraal stellen, zien zichzelf als een geheel. Ze evalueren communicatie op basis van hun eigen gevoelens, waarbij hun eigen wereldmodel de kern vormt. Hun aandacht is duidelijk gericht op zichzelf, en ze hebben heldere grenzen.

Ander

Ander-gerichte personen richten vooral hun aandacht op anderen. Ze stemmen af op anderen en hun criteria, waarbij het wereldmodel van anderen centraal staat. Ze betrekken reacties van anderen in het evalueren van communicatie en kunnen gemakkelijk over hun eigen grenzen heen gaan.

Wij

Wij-gerichte individuen hebben aandacht voor het grotere geheel. Ze betrekken het hele systeem in hun handelen en gaan uit van wat goed is voor het systeem. Ze zien zichzelf als een onderdeel van een groter geheel, en hun grenzen vervagen.

Stressrespons:

Emotioneel

Individuen die zich emotioneel uiten, tonen hun emoties zichtbaar en hoorbaar. Ze blijven in een duidelijke emotionele toestand en vinden het moeilijk of zelfs onmogelijk om zelfstandig uit die emoties te komen. Ze drukken hun emoties ook inhoudelijk uit in taal.

Keuze

Bij personen met de 'Keuze'-oriëntatie zijn emoties zichtbaar en hoorbaar in moeilijke situaties. Ze wisselen af tussen het 'beleven van' en het 'beschouwen over' de emoties, en praten beschouwend over hun gevoelens.

Rationeel

Rationeel georiënteerde individuen houden hun hoofd erbij, denken helder (en benoemen dit ook zo). Ze hebben een statische houding, waarbij emoties niet aan de orde zijn. Ze spreken beschouwend over de moeilijke situatie.

Tijdsbeleving:

In Time

Mensen met een 'In Time'-oriëntatie richten zich gemakkelijk op het huidige moment. Voor hen is tijd nu, flexibel en ze kunnen zich gemakkelijk verliezen in de tijd.

Through Time

Aan de andere kant zijn mensen met een 'Through Time'-oriëntatie zich bewust van het tijdpad. Ze denken in termen van tijd, hechten belang aan tijdschema's en vinden het moeilijk om volledig in het huidige moment te leven.

Beslissingskanaal:

Zie “Waarnemingsfocus”

Beslissingsmoment:

Automatisch

De 'Automatisch'-beslisser neemt beslissingen op basis van gedeeltelijk bewijs, trekt snel conclusies en beslist deels op basis van aannames. Ze geven vaak het voordeel van de twijfel.

Aantal keren

Voor de 'Aantal keren'-beslisser is het aantal keren dat ze iets hebben ervaren cruciaal. Ze hebben een bepaald aantal keren nodig om vertrouwd te raken met een idee, product, enzovoort, en benoemen dit als 1 of 2, 3, 5 keren.

Tijdsperiode

De 'Tijdsperiode'-beslisser neemt beslissingen op basis van een vaststaande periode. Ze hebben tijd nodig om iets te laten bezinken en benoemen de tijd die nodig is, zoals een week, een paar maanden of vijf minuten.

Continu

De 'Continu'-beslisser geeft niemand of niets het voordeel van de twijfel. Ze beslissen elke keer opnieuw en zijn alleen voor die ene keer overtuigd. Ze moeten telkens opnieuw evalueren en beslissen, waarbij eerdere ervaringen niet relevant zijn.